Thema> Tulpen uit Turkije
Tulpen komen oorspronkelijk uit Turkije. In 1554 werden ze door een ambassadeur geëxporteerd naar Wenen. Van daaruit zijn ze in Nederland terechtgekomen.
Vanuit de vlakte van Mongolië, en de bergen van Kazachstan is de Tulp geïntroduceerd in Turkije. Handelaren uit Turkije brachten de Tulp aan het eind van de 16e eeuw van het Centraal Aziatische berggebied naar West Europa, dat in die tijd overheerst werd door de Turken. Gislenus de Busbecq exporteerde Tulpen vanuit Anatolie naar Wenen. Gislenus de Busbecq was de ambassadeur van Karel V in het rijk van Suleymans de Grote in 1554.
Constantinopel, het huidige Istanbul, werd in de 16e eeuw beschouwd als een van de mooiste steden van de wereld en was een centrum van handel, verkeer, cultuur en politiek. Vooral de prachtige tuinen van de stad oogsten veel bewondering. In de 17e eeuw waren de Turkse Sultans gek op Tulpen. Ieder voorjaar organiseerden de Sultan enorme feesten als de Tulpen in bloei stonden. De Tulpen, als voorjaarsbloeier, symboliseerden het leven en de vruchtbaarheid. Daarom gaven zij Tulpen dan ook als geschenk bij een staatsbezoek aan Oostenrijk.
De bloem heette in Turkije officieel “lale”, maar omdat de vorm van de bloem lijkt op een tulband werd de bloem meestal “Tulipan” genoemd, waar ook de Nederlandse naam “Tulp” van afgeleid is.
De tulp kwam rond 1570 van uit Azië naar Nederland toen de geleerde Carolus Clusius bezig was met het aanleggen van een hortus voor de universiteit van Leiden. Carolus Clusius was een vriend van Gislenus de Busbecq (zie eerder) en had enkele bollen van hem gekregen toen Clesius nog leider van de keizerlijke plantentuin in Praag was.
Na een inbraak in de Hortus werd de Tulp verder verspreid over Nederland waardoor de bekendheid van de Tulp in Nederland toenam. Doordat de Tulp aan het Franse hof enorm populair was, werd hij ook in Nederland bij de elite zeer populair. Rond 1612 namen Nederlandse koopmannen de tulpenbollen in grote aantallen mee uit Turkije.
Uiteindelijk is de Tulp in Nederland populair geworden en gebleven; hij groeide erg goed in de zanderige Nederlandse bodem in wat we tegenwoordig de “Bollenstreek” noemen.